Hoe werkt het?

Mensen met een autismespectrum stoornis delen drie belangrijke probleemgebieden, in verschillende mate.

Moeite met sociale communicatie.

Personen in het autismespectrum kunnen moeilijkheden hebben met zowel verbale als non-verbale taal en nemen wat anderen zeggen soms letterlijk.

Moeilijkheden met sociale interactie.

Interpretatie van emoties en gevoelens van andere mensen is voor mensen in het autismespectrum lastig en vaak worden ze zelf niet goed begrepen als ze hun eigen emoties en gevoelens uiten.

Moeite met sociale verbeelding.

Sociale verbeelding is wat ons in staat stelt het gedrag van andere mensen te begrijpen en te voorspellen, om gevoel bij abstracte ideeën te hebben en om situaties voor te stellen buiten onze dagelijkse routine.

Bij de meeste kinderen ontstaan deze vaardigheden van nature via het normale ontwikkelingsproces.  Kinderen met autisme doorlopen dit ontwikkelingsproces niet of anders. Zij kunnen zich buitengewoon ontwikkelen op een bepaald gebied, terwijl de ontwikkeling van andere gebieden achterblijft.

Ron Davis definieert drie ontwikkelingsstadia die de meeste mensen van nature doorlopen tijdens de kindertijd. Dit zijn Individuatie, Identiteitsontwikkeling en Sociale Integratie.

 Individuatie

Dit is wanneer iemand zich bewust wordt van zelf en weet hij dat hij losstaat van alle anderen. De zintuigen en de informatieverwerking werken in dat geval goed samen, waardoor ze zich bewust zijn van hun omgeving en de plaats die zij daarin innemen.

Individuatie - het hoe en waarom.

Mensen met autisme hebben een onderontwikkeld gevoel van zelf  in relatie tot de omgeving en anderen. Ze kunnen een ongebruikelijke balans in vaardigheden hebben, evenals duidelijke vervormingen van hun zintuiglijke waarnemingen.

Je kunt grote variatie zien in hun visuele waarneming - soms lijken ze dingen te zien die wij niet kunnen zien en zullen zij niet zien waar wij hen op wijzen! Ook zie je vaak overgevoeligheid voor geluid, smaak, geur en aanraking.

Er kan een grote variatie in motorische vaardigheden zijn. Sommigen kunnen hun schoenveters of stropdas niet strikken of geen bal vangen, maar kunnen met gemak in een boom klimmen. Anderen kunnen moeite hebben met ongelijke oppervlakten, het houden van hun evenwicht, of het rijden op een fiets. Vaak is er een moeite in hun perceptie van diepte en ruimte rondom hen, waardoor ze onhandig of ongecoördineerd lijken en niet door hebben dat ze te dicht bij iemand staan.

Tijdens het individuatie proces worden wij, als mens, ons bewust van ons lichaam in relatie tot de ruimte, de omgeving en de anderen. We brengen onze zintuigen op één lijn, zodat de informatie op een juiste manier verwerkt wordt. Dit betekent dat we een geluid horen en weten waar het vandaan komt, onze hand kunnen uitstrekken en iets pakken. Dit alles maakt dat we leren om orde te ervaren in plaats van chaos.

Ron Davis beschrijft het niet geïndividualiseerd zijn als alles en niets tegelijk. Hij zegt:
"Er was geen gevoel van een individu, dus er was geen 'ik'. Er was niets dat een gevoel van identiteit kon hebben. Zonder een 'ik', was er geen basis voor het geheugen of voor kennis."

De manier waarop wij individuatie teweegbrengen, is het bevorderen van het vinden van de 'natuurlijke oriëntatie' van een persoon. Dat wil zeggen, de stabiele plaats van waaruit we ons oriënteren op ons lichaam en de wereld.

Wanneer je de normale mijlpalen tijdens de ontwikkeling in je jeugd hebt afgerond, deed je dit van nature. Sommigen van ons hebben een oriëntatie die niet helemaal juist is. Een juiste oriëntatie is belangrijk omdat het ervoor zorgt dat onze waarnemingen consistent zijn en we normaal  kunnen functioneren. 

Omdat er een grote variatie is in de symptomen en de individuen een verschillende plaats innemen in het autismespectrum, gebruiken we verschillende methoden om tot een stabiele oriëntatie en individuatie te komen.

Zodra een stabiele oriëntatie is bereikt, stimuleren we in de praktijk het gebruik ervan met een aantal visuele, auditieve en kinesthetische oefeningen ter versterking van de nieuw gebaande of oude onontwikkelde neurale paden. Zodra een natuurlijke oriëntatie is gestabiliseerd, zal de persoon een accurate en consistente waarneming hebben.

Er is een breed scala aan veranderingen gezien bij mensen met autisme nadat dit proces was voltooid. Onder andere veranderingen in spraakpatronen, vermindering van stress door harde geluiden en fel licht en verbetering in balans en coördinatie. Ook het vermogen om langere tijd te focussen op taken kan vooruit gaan,  autisme gerelateerde leerproblemen kunnen verminderen en er is een toegenomen bewustzijn van mensen en de fysieke omgeving.

Vanwege de grote variatie in de symptomen kan de tijd die nodig is voor het individuatie- proces variëren. Een teken dat dit proces is afgerond, is een verandering in gedrag. Zodra dat is gebeurd, kunnen we beginnen met de tweede fase: Identiteitsontwikkeling.

 

Identiteitsontwikkeling

Dit is de ontwikkeling van de kernidentiteit, de fundering van de persoonlijkheid van een individu. Het is de kernidentiteit die de basis voor nieuwe kennis, nieuwe ervaringen en nieuw gedrag creëert. Elke ervaring wordt opgeslagen en gefilterd door de kernidentiteit. Zonder een kernidentiteit is er geen stabiele basis voor het geheugen of het verwerven van kennis. Ron Davis stelt dat iemand met autistisme ofwel niet gestart is met de identiteitsontwikkeling of het nog niet volledig heeft voltooid.

In een normale ontwikkeling zien we dat de kernidentiteit vorm begint te krijgen rond de leeftijd van twee jaar. We noemen dit vaak de peuterpuberteit. Wanneer een kind zich bewust wordt dat hij een afzonderlijk individu is, met meningen en gevoelens die verschillend zijn van die van anderen, is dit een aanwijzing dat hij een voldoende gevoel van zelf heeft ontwikkeld.  Dit uit zich in het afzetten tegen suggesties en verzoeken van anderen.

Identiteitsontwikkeling is nooit volledig voltooid, omdat wij altijd nieuwe ervaringen opdoen die ons gevoel van identiteit vergroten. De kernidentiteit moet in de vroege jeugd ontwikkeld worden, zodat nieuwe ervaringen daaraan verankerd kunnen worden - anders zouden de nieuwe ervaringen niet beklijven. Dit laatste zien we vaak terug bij mensen in het autismespectrum. Zij lijken niet van ervaringen te leren.

Sommigen tonen bijvoorbeeld een gebrek aan angst bij het oversteken van de weg, ongeacht hoeveel gevaarlijke verkeerssituaties ze al eerder hebben meegemaakt. Anderen tonen een onredelijke angst voor niet-bedreigende apparaten zoals de stofzuiger of het doorspoelen van het toilet, ongeacht hoe vaak ze het al eerder hebben ervaren.

Identiteitsontwikkeling - het hoe en waarom.

Identiteitsontwikkeling verwijst naar het leren dat gewoonlijk plaatsvindt als kinderen opgroeien. Zij leren dan concepten die hen helpen om te begrijpen hoe zij in elkaar zitten en hoe de wereld om hen heen werkt.

Wanneer de belangrijke fase van de individuatie voltooid is en het individu een accurater beeld van de wereld ervaart, kunnen we beginnen met het introduceren of opnieuw aanbieden van de concepten. We zullen alleen maar toevoegen aan eerdere ervaringen - niet wegnemen.

Het proces dat wordt gevolgd bij het uitvoeren van deze ideeën is Concept Mastery. Dit is gebaseerd op de visuele kracht die veel mensen met autisme bezitten. De concepten worden volledig geïntegreerd in de kernidentiteit op een leuke, ervaringsgerichte en interessante manier. Zodoende wordt er een solide basis gevormd om de toekomstige ervaringen op te kunnen bouwen.

Wanneer we een vermogen of vaardigheid in de vingers krijgen, zoals fietsen of autorijden, nemen we het proces van het doen in onze identiteit op. Met enige oefening kunnen we de activiteiten uitvoeren zonder er bewust over na te denken. De vaardigheid is deel geworden van wie en wat we zijn. Om dit te bereiken moeten we er twee dingen bij betrekken: de persoonlijke ervaring en de creativiteit van het individu.

Ten eerste wordt de persoon met autisme begeleid bij het maken van een kleimodel, dat begrip geeft over een specifiek concept (bijvoorbeeld verandering). Daarna kunnen vele uren worden besteed in de directe en verdere omgeving, we gaan op zoek in de echte wereld naar voorbeelden. Op die manier krijg je echte ervaringen met dat concept. Dit is interessant en leuk!

Bij een hoger functionerend persoon binnen het spectrum zal de identiteitsontwikkeling al zijn begonnen. Een aantal aspecten kan daardoor sneller worden doorgewerkt dan bij anderen. Het is echter beter om er niet vanuit te gaan dat een aantal van de concepten al eigen gemaakt zijn! Het is essentieel dat we dezelfde procedure volgen voor iedereen. Dit heeft te maken met het feit dat de inhoud en structuur van de concepten ontwikkeld tijdens vele jaren van onderzoek en evaluatie. De volgorde is erg belangrijk, omdat met het ene concept de basis wordt gelegd voor de kennis van het volgende concept. We moeten bijvoorbeeld een goed begrip hebben van verandering voordat we gevolg kunnen begrijpen. We moeten een gevoel van voor en na hebben voordat we tijd kunnen begrijpen als het meten van verandering.

Hieronder zie je een diagram met de structuur van de Identiteitsontwikkelingsconcepten. Wanneer deze concepten volledig worden begrepen en zijn geïntegreerd, bieden ze een kader voor logisch denken en probleemoplossende vaardigheden. Veel mensen buiten het autistisch spectrum kunnen ook een groot voordeel hebben van het creëren en integreren van deze concepten in hun leven.

Concepten piramide

Sociale Integratie

Sociale integratie vindt plaats wanneer iemand zich bewust wordt van en actief zoekt naar interactie met anderen, niet alleen functioneel maar ook voor het plezier. Dit kan zich uiten op verschillende manieren: wanneer iemand een knuffel wil van een ander, wijst op dingen om aandacht van zijn moeder te krijgen of je dingen brengt en oogcontact zoekt en lacht. Ooit meegemaakt dat een kind jouw gezicht naar zich toedraait zodat hij naar je kan kijken en zich met je kan verbinden?

Een belangrijk aspect van sociale integratie is je bewust worden van de gevoelens en waarden van anderen en je gedrag daar op aanpassen.

Sociale Integratie - het hoe en waarom

Sociale integratie komt bij iemand in het autismespectrum niet van nature tot stand. Het gebrek aan sociale vaardigheden kan maken dat dierbaren hier zorgen over hebben.

Pas wanneer de eerste twee fasen (Individuatie en Identiteitsontwikkeling) zijn voltooid, kunnen we onze aandacht richten op Sociale Integratie. Als een persoon niet beschikt over een gevoel van zelf en een functionerende kernidentiteit, kan hij zich niet aanpassen aan zijn omgeving. Iemand die niet volledig geïndividueerd is, zal het in sociale situaties altijd moeilijk hebben en lijkt sociaal onhandig of onaangepast.

Nu de eerste twee fasen voltooid zijn, is er een fundament waarop een goed begrip van hoe relaties werken gebouwd kan worden.

De relatieconcepten zijn ontworpen om de verschillende soorten relaties die we met anderen kunnen hebben te verkennen. Elk concept wordt gemaakt met klei en kan vervolgens worden onderzocht of verder opgebouwd, afhankelijk van de behoeften en vragen van de persoon.